De Eerste Kamer heeft op 31 mei 2016 het wetsvoorstel waarin de WGA-vast en WGA-flex premie vanaf 1 januari 2017 worden samengevoegd (Wet verbetering hybride markt WGA), als hamerstuk afgedaan.
De samenvoeging van de WGA-vast en de WGA-flex heeft naar verwachting geen gevolgen voor de totale (publieke) premieopbrengsten. Op individueel werkgeversniveau kunnen als gevolg van de samenvoeging wel premiedalingen of -stijgingen ontstaan.
Kleine, middelgrote en grote werkgever
Voor kleine werkgevers, met een premieloonsom tot 319.000 euro (bedrag 2016) heeft de samenvoeging, op afrondingsverschillen na, geen invloed op de totale publieke WGA-premie die zij gaan betalen. Kleine werkgevers betalen een sectorale premie die door de samenvoeging een optelsom wordt van de sectorale WGA-vast en WGA-flex premie.
Voor middelgrote en grote werkgevers, met een premieloonsom vanaf 319.000 euro (bedrag 2016), kunnen wel premiegevolgen optreden. Dit komt doordat in 2016 de minimale en maximale premies afzonderlijk worden bepaald, en vanaf 2017 voor de totale WGA-premie een minimale en maximale premie geldt. Vooral voor werkgevers met WGA-flex uitkeringslasten kan de premie hoger uitvallen. Voor circa 80 procent van de werkgevers is de invloed van de wetswijziging echter klein.
Eén garantieverklaring
Om eigenrisicodrager te kunnen worden voor de WGA, moet de werkgever een schriftelijke garantie aan de Belastingdienst overleggen waaruit blijkt dat een bank of een verzekeraar garant staat voor eventueel door de werkgever niet nagekomen verplichtingen.
Bij keuze voor het WGA eigenrisicodragerschap in 2017, moet de werkgever een (nieuwe) garantieverklaring overleggen die het gehele WGA-risico dekt. De aanvraag voor het eigenrisicodragerschap en de garantieverklaring moeten uiterlijk op 1 oktober 2016 bij de Belastingdienst zijn ingediend.
Om werkgevers die in 2016 al eigenrisicodrager zijn tegemoet te komen, wordt deze termijn uitgesteld naar 31 december 2016.